Je zweeft een beetje heen en weer
Soms ben je verdrietig soms vrolijk
Maar het wisselt elke dag keer op keer
Het verveeld me eigenlijk dodelijk
Al ben je vrolijk en je moet lachen om iets
Ben je ineens droevig, niet iets waar je op wacht
Dan verdwijnt de vrolijkheid in het niets
En inwendig huil je in het geheim heel zacht
Je loop rond en het is de vrolijkheid die je hoort
In een grote ruimte met vele mensen om je heen
Dat is nou net het gene wat je leven doorboort
Daar komt het gevoel van je tot stand: je voelt je alleen
Je leeft in twee aparte werelden twee verschillende
Maar je weet niet welke je moet leven
Maar als je niet kiest word het een bende
Je zal dus moeten kiezen en voor je keuze alles geven
In je wens is alles anders, alleen zijn met de stilte
Geen mens die naar je omkijkt iedereen laat je gaan
Geen warme kleuren maar de zwarte kilte
Ik zou het ow zo machtig vinden in zo’n ruimte te staan