Soms lijkt het bitterkoud,
je hart is als bevroren.
Alles waar je zo van houdt,
heb je weer verloren.
Ookal schijnt de zon,
van binnen is het duister.
Al wat zo warm begon,
is nu een stil gefluister.
Je voelt je kil en koud,
er is geen vreugde meer.
Van binnen nooit meer warm,
je ziel die doet zo'n zeer.
Maar dan komt er weer een dag,
je ziet het licht weer glooien.
Je huilt niet meer, je lacht,.
Je hart gaat weer ontdooien!