De rappende zuster.
( DEEL 1 )
Om vijf uur gaat bij mij de wekker
En dat vind ik heus niet lekker.
En begin dus niet met zingen,
Er bestaan wel leuk’re dingen.
Dan stap ik uit mijn warme bed
De eerste stap is dan gezet.
Eerst, dat heb ik dan gehad
Een fijn verfrissend warrum bad.
Vervolgens ga ik mij aankleden
En dan pijlsnel naar beneden.
Eerst drink ik een glaasje sap
Daarna ga ik aan de hap.
Stap in mijn voertuig op vier wielen,
Sta dan weldra in de file.
Vogels, kirrend op een draad
Kijken hoe het met mij gaat.
Ga toch liever door de lucht,
Er is veel ruimte voor een vlucht.
Dit kan niemand je beletten
En kunt de wekker wat verzetten..
In het gasthuis aangekomen
Eerst een bakkie leut genomen..
Op dan maar naar kamer drie
Daar ligt juffrouw Overschie.
Nee het zal toch weer niet zo zijn,
Ze ligt weer in haar kots, dat zwijn.
Snel de lakens, dekens, slopen
Bij elkander dus maar knopen
En gaat die vuile vieze brij
Meteen maar naar de wasserij.
Bij de patient terug gekomen
Had ze de vlucht blijkbaar genomen.
Ze kon hem toch niet zijn gesmeerd
Want beide benen zijn geamputeerd.
Hoe haar vertrek heeft plaats gevonden
Ga ik in deel twee verkonden.
Hoe het verder gaat, dit lied;
Helaas, ik weet het zelf nog niet.
han janzen 11-2-05
Auteur: neznaj | ||
Gecontroleerd door: ~Marina~ | ||
Gepubliceerd op: 18 februari 2005 | ||
Thema's: |