Het stormt.
De golven slaan stuk op de rotsen,bij het ijselmeer.
Ik loop erlangs mijn haren in de wind.
Daar staat een bankje ik zet mij erop neer.
De wind kamt mijn haren,verfrist mijn gezicht.
Ik kijk naar het eeuwig samenspel van water en zonlicht.
Weinig bootjes vandaag op het ijselmeer.
Maar ik kom hier graag maakt niet uit wat voor weer.
Ik kijk naar de overkant naar de haven en de hoofdtoren.
Dit is de stad waar ik ben geboren.
Ik kijk genietend om mij heen,dit is mijn favoriete plek
ook al ben ik alleen.
Ik ben warm van binnen ook al voel ik de winterse kou.
De haven,het ijselmeer,het park.
Dit is waarom ik zo van Hoorn hou