Dromen vangend met een net vol gaten,
Rennend door deze bloemenzee.
De eens zo zoete geur, is nu misselijkmakend.
Vervlogen hoop, vluchtige dromen.
Ik zet een haastige achtervolging in,
Maar er is niets meer om terug te brengen.
Een boom met knoestige takken,
Laat zijn bladeren te vroeg vallen,
Er van overtuigd dat genoeg is zo
Wanhopig raap ik het gevallen loof,
stevig in mijn handen klampend.
Proberend de restjes bij elkaar te houden.
Ik weet dat het te laat is