Even zoals vroeger
toen je zach’jes
naar me keek:
Je ogen vulden
water en je lippen
spraken niet.
Je haren steeds
zo warrig, je lichaam
schreef verdriet.
Even zoals vroeger
stond ik daar,
stokstijfstil:
M’n stem in
ongekende klanken,
terwijl gedachten
tollend dansen,
door m’n hoofd.
En m’n voeten
gaan negeren
wat lopen me
heeft beloofd.
Even zoals vroeger
maar bestaat er
ook een heden,
leeft er voor ons
wel toekomst, in
elkanders gelaat ?