stil nu
leg je zachtjes neer
ze zullen je niet horen
als je je benen opkrullend omarmt
en je traantjes de vrijheid schenkt
het geeft niet
dat ze je niet begrijpen
en telkens weer keuren
als een bijgewerkt schilderij
en het zou niets uitmaken
mocht je geschrei schokkend overgaan
tot donkergroen en schel gelach
en je woest heen-en-weer geren
tot bescheiden stappen worden herleid
wat zou het hen nog tot schimpen leiden
als je ogen verstarren en emotieloos
impulsen brengen naar je hart
om ze daar te verschroeien
tot geurloze asresten
want als nooit ooit wordt
en de hemel naar beneden zal vallen
zal het jouw bloed niet zijn dat regent
jij zal blijven zingen, de ziel uit je lijf
en zij
zij kunnen je enkel nog zwijgend aanhoren
en hoogstens
wat meeknikken op de maat