Altijd gezellig.
Wij kunnen ons iedere week weer vergasten
Onze kleinzoons komen die dan zeker niet vasten
Zij komen gezellig bij ons eten.
Daarna bridgen wij samen, niet vergeten
Het is altijd leuk als zij er zijn
We praten en lachen, dat is fijn.
Wij hebben hen leren bridgen
Nu nemen zij iedere brug en maar ritsen
Jong geleerd is oud gedaan.
Nog even en zij vegen ons van tafel met roem en faam
Gaan met opgeheven hoofd naar huis
Wij rusten dan uit en blijven thuis.
Het was leuk en lachen ons soms een deuk
Deze avond kan niet meer stuk
En er was voor ieder weer veel geluk.