Nadenken over de dood.
Zeer gevoelig en lopend op mijn tenen leid ik een dubbel leven.
Ik voel me een buitenstaander in alles wat ik doe,ik mis mezelf erin.
Ik voel me niet meer betrokken in deze periode,juist omdat het kwetsbare stukje Sandra sterk moet blijven, overeind moet staan, maar van binnen langzaam afbrokkelt.
In tekeningen,opstellen en gedichten uit ik me over het nadenken over de dood die ik ophemel en in zicht houd als mijn uitzicht,mijn toekomst
Ik kan niet meer vooruit, ik wil niet meer voortvloeien. het is moeilijk voor me om het gevoel van "niet meer verder willen leven" echt uit te spreken.
Ik ben bang voor reacties van angst en overbezorgdheid om me heen.
ik ben de reden van bestaan niet waard en neem langzaam maar zeker de dood tot me.
Ik doe dit door afscheid te nemen in de vorm van afscheidsbrieven.Voor de mensen om me heen blijf ik vrolijk en vriendelijk, dit is nu ook op te brengen omdat mijn besluit niet verder te leven in het vooruitzicht ligt. De uitspraken "het gaat wel over, het is de puberteit" zijn wellicht waar. Maar werken voor een toekomst waar ik geen toekomst in zie, houd daarom ook voor mij op.
Een wereld met dreigende oorlogen, werkloosheid, hongersnood is voor mij zinloos om voor te leven.
Het klinkt waarschijnlijk absurd in de oren maar ik neem alle ellende op me.
Ik wil niet begrepen worden, wanneer het niet meer willen leven niet mag bestaan, het wordt doodgezwegen in de hoop dat het dan niet bestaat of afsterft.
ik wil iemand naast me om te delen hoe het niet willen leven is, hetgeen wat ik kon in mijn dagboeken.
Mijn ingeslagen weg die me naar de dood leid, komt voort uit verwarring, van niet meer weten hoe wel te reageren.
ik vind geen handvaten in het leven en wordt getroost door de dood.
Ik zit in een bodemloze put, een koker gericht op de dood waarbij alles om me heen allang uit mijn zicht is en in gedachten verbannen van bestaan.
voor mij is de zelfdoding al geslaagd
ik sterf voor mijn dood.