Onze prachtige Wereld
Dat alles heeft God geschapen
machtige natuur met verstilde meren en bossen
Bergen en rotsen, bospaden bijna niet betreden
Hier woonden meer mensen lang geleden.
De mens trok weg naar de stad
Zij begrepen toen niet, hoe goed men het had
Er was voedsel voor mens en dier
Dat was allemaal op deze aarde hier.
Zij komen nu voor vacantie om te vissen
De wandelaar komt om de bergen te beklimmen
Om te genieten van deze ongeschonden natuur
De enkeling doet het heel puur .
Slaapt in een tent
Drinkt uit een bron zijn water
uit een bron die al eeuwen klatert
Die eindeloos stroomt, waar hij later van droomt.
Hier en daar nog een huis met bewoners
Heel die natuur is zijn hoom
Hij kan genieten en schuilen onder zijn boom
Waar hij iedere dag in mag leven
Kan werken zich eraan geven zoals hij wil.
De aarde is voor de mens geschapen
Hij mag er op werken en slapen
En genieten van de ruimte en pracht.
Rust vindt daardoor in de nacht.
De zuivere lucht, rust en de ruimte
Is een zalving voor lichaam en geest
Dat zal ieder vertellen die daar is geweest.
De mens die van zijn reis daar heeft genoten
Gaat verfrist en uitgerust naar huis
Om zo het jachtige stadsleven
Weer aan te kunnen.