Weer lig ik, lang uitgestrekt
Tussen het hoge gras
Dicht tegen de grond, ogen gesloten
De zon brandt op mijn gezicht
Nu en dan kijk ik eens
Onder één ooglid door
Ik bestudeer mijn tenen even
En doezel vervolgens weer weg
Pluisjes van het gras
De kriebelende aarde
Ik voel het overal
Maar het is goed zo
Langzaam valt een schaduw over me heen
Ik zal niet kijken, nog niet
Tot ik je handen over mijn buik voel gaan
En we allebei weer moeten lachen
Tot het plotseling weer stil is
En ik, dicht tegen je aan
Tussen het gras, met dichte ogen
De brandende zon weer lig te voelen