Een wereld, in de ogen die zo
schijnen alsof ze me in hun begrip
vangen konden.
Donkerder, dan de mijne, is meer
dan hoe ik dacht dat ik zou kijken. Ik
keek diep in ze, kon niet wegkeren. Woorden schenen
onbelangrijk, achteraf. Mijn woorden waren
iets meer dan jouw woorden, in de
aanwezigheid van gedachten. Maar ik wil
herinneren wat je zei, elke bekentenis
gebracht alsof ze onbelangrijk zou zijn. En
alles dat je wilde dat ik zou weten, of lezen
tussen de regels.
Maar ik zie niks, ben blind voor een
bedoeling die niet scherp uitgezet is. Of ik
gek ben, als ik denk te weten wat
er in jou omgaat, als je wilt weten wat ik
te bieden heb. Het afscheid was
zo anticlimax als anderen.