Vannacht heerst er een stilte
die veel beloftes draagt
als sterren aan de hemel
die oplichten van hoop.
Ik adem koude in en warmte uit,
wrijf mijn huid nieuwe lagen.
Ik zoek tijden die niemand weet,
wil leven wat nog niet bestaat.
Ja, mens te zijn en toch vrij
is slechts weinigen gegeven.
Te groeien is nieuw en grillig
een onbekende weg die ik ga.
Ik verbeeld een altoos verder
dat mijn verlangen telkens richt.
Vind ik nu een beeld dat bindt
dan geef ik alles wat ik voel.
Vannacht heerst er een stilte
die een geboorte waagt;
er is een ster aan de hemel
die beschijnt waar ik loop.