Ik spreek in tongen
Zoute tongen spraken over jammerlijk verdriet
Maar hebben geen idee van de contouren
Waarmee het mij omvangt, als schilderij
Bitterzoet, voor de eeuwigheid vastgelegd
Op kiezelgrijze doeken van de ziel
Boze tongen sisten over innerlijke woede
Als het vertrappen van gevoel
Zo verloochent noem ik onbaatzuchtig
Koud vuur, als passie zonder liefde
Klevend aan een hart vol ongenoegen
Zoete tongen droomden over liefde
En zagen bloemen bloeien in de winter
Op mobiele luchtigheid gevlogen
Zal zich spoedig het keerpunt tonen
Oppervlakkigheid, gedreven door enkel verlangen