Icarus keek naar de zon
Hij wou dat hij haar raken kon
Op een dag liep hij voorbij de kippetjes van boer Jan
toen kreeg hij een briljant plan
aan elke arm bond hij een kippetje vast
zomaar, hij had ze ineens nog niet gepast!
zo wandelde hij naar een hoge vergtop
vandaar steeg hij op
en hij vloog, hij vloog,
steeds verder omhoog
zo hoog als ie kon
op weg naar de zon
hij was trot op zichzelf, voelde zich eeen echt man
maar oten mislukte zijn plan
vader had nog zo gezegd de dkippetjes met rust te laten
het mocht niet baten
had hij maar geluisterd naar vaders goede raad
nu was het allemaal te laat
de kippetjes hadden de vlucht te warm gevonden
en hij had ze niet goed vastgevonden
hij zag ze weggaan
toen wist hij; het is met mij gedaan
en ja, even later was hij dood
de steen waarop hij gevallen was kleurde rood