.
Het gespan houdt halt bij een drukke taveerne
waar het droge maquis overgaat in woud.
Uit het schaduwgroen treedt een lachende deerne :
zij prijst de ‘grillade van schapebout’.
De dampende paarden laven zich gulzig
wijl men op de tafels de wijnkruiken hervult.
De sfeer is gekscherend maar wordt stilaan twistgierig
Een heethoofd snuit de neus … als schampere stunt
Cyrano reageert, hij is rechtstreeks betrokken :
“Uw zakdoek, mijnheer, wordt straks uw lijkwaad !”
De roekeloze heeft met durf de sabel getrokken,
maar ligt na amper drie tellen bloedend op straat.
(wordt vervolgd)
.