Hij verdrijft het verdriet uit zijn ogen,
Hij verdrijft het verdriet uit zijn gezicht.
Maar van binnen is hij vernietigd,
Die wonden helen niet.
Een wereld waar geen kind, nee niemand
thuishoort, en dat voor een jongen van tien.
Een wereld vol woede, vol oorlog vol moord.
Ook al is hij weg, hij blijft het zien.
Hij heeft mensen verloren, keer op keer.
Hij is alleen,
hem liefde geven
helpt bij hem niet meer.
Alles wat vertrouwd was is nu weg,
Hij moet opnieuw beginnen.
Hij moet het zelf doen, vind zijn eigen weg,
Zo komt hij terecht op het oude pad,
Hij valt terug in zijn verleden
Wil mee vechten voor zijn eigen stad,
En dat enkel om die reden:
Geen verdriet is er in zijn ogen.
Alleen nog maar een nietszeggend gezicht.
Hij heeft nu zelf mensen vernietigd,
Want zijn wonden heelden niet.