Als rozen rood moeten zijn,
en violetten blauw.
Waarom is mijn hart dan
niet voor jou bestemt.
Mijn handen hunkeren om
jou aan te raken,
maar ik kan amper ademen.
Starende ogen die me doen smelten,
recht voor me, verloren in deze wereld.
Ik verlies me even bij dit gedicht,
maar wanneer de lichten doven is het
moment dat ik gevonden ben.
De muziek is onweerstaanbaar.
Jou stem geeft me rillingen,
onschuldig en puur.
Ik denk dat je er van gehoord hebt,
die onbereikbaarheid van iemand.
Zal dit ooit veranderen.
Een ding zal hetzelfde blijven,
jij blijft voor altijd in men hartje gegrift.