Sta op en vecht!
Ik ben altijd al een dromer geweest. Iemand die geen genoegen nam met de dagelijkse sleur. Maar vond slechts in woorden de man die ik toen had willen zijn, kon slechts met woorden dromen en het omschrijven deed mij eindeloos veel pijn. Maar nu en langzaam daagt een nieuwe wereld in mijn hoofd. Een andere manier van leven, gelukkig oud te worden in plaats van snel gelukkig te zijn. Vragen vreten mijn humeur, verpesten elk ander ideaal. Wat ik vroeger nog plachte te pleiten blijkt nu opeens een nietig klein verhaal. Ik vertelde je over mijn dorp, over geld en macht en geluk. Ik ben van mening dat geld het kwaad bekoopt. We stelen en moorden niet uit armoede maar uit een gebrek aan rijkdom, de zucht naar geld. In armoede leven is waarschijnlijk nog wel de zuiverste reflectie van wat onze ziel voelen moet. Streven naar een rijkdom die slechts een status, een gemak, een illusie markeert, lijkt mij niet de rede, of het nut van leven als geheel. Hoeveel mensen zijn er al niet gestorven met de dodende vraag, “Wat heb ik nou eigenlijk gedaan?” We hebben wetten gevolgd en de regels belopen. We hebben rechten bevochten en onze plichten voldaan. We hebben geluisterd naar leiders, partijen, en koningen. Oude gedachten van wijze mannen hebben wij geloofd en braaf tot leven gebracht. Maar misschien voldoen deze regels niet, zijn ze niet bij machten ons verder te helpen nu de nood zo hoog lijkt.
Wanneer ik droom over een samenleving zie ik poëtische schetsen in een schilderachtige omgeving, vol logica en rechtvaardigheid. Een spiritueel en intellectueel walhalla waar deugden geneugten zijn en haar grenzen eindeloos lijken in de horizonten van weids land. Waar een blijvende honger is naar nijverheid en ambacht en kennis. Ik zie wederwaardigheden van helden, moedige mensen die elkaar helpen zonder eigenbelang. Waar het plegen van de klassieke zonden uit passie of in luiheid begaan, door het verstand overwonnen worden. Waar mensen gelijk zijn en tevens zo behandeld worden. Een beschaving voorbij de westerse muren, voorbij het kapitaal. Een leven dat wij zelf kunnen maken.
Ik ken een plaats ver verstopt in mijn dromen waar mensen wonen en als koningen leven. Gezamenlijk bouwden zij een plek omdat zij verdrietig geworden waren van de wereld om hen heen en de muren wilden doorbreken die anderen voor hen hadden neergezet. Uit goede wil, zonder twijfel, en sterk bovendien. Maar de tijd was daar om verzet te tonen en de muren te slopen. Daar zij niet langer meer beschermden maar muren werden zoals deze stonden rond cellen, en gevangenen. En zij slaagden, sloegen de muren klein tot zij vestingen geworden waren voor het ongedierte. Deze mensen waren rein en zuiver van geest. Helder was hun denken zoals soms nachten kunnen zijn, en scherp waren de tongen zoals messen dat zijn maar zo waar en nimmer moordend. Zij zochten naar nieuw grond, vruchtbaar grond en dwaalden vele jaren zoals eens de bijbel had beschreven. Maar zij vonden. En zij vestigden. Zij bouwden huizen alsof zij nog kinderen waren, met blijdschap en genoegen. Eerst noodhuizen toen de fundamenten, toen de muren, nieuwe muren, weinige muren. De huizen werden open en vrij om te ademen. Mensen lachten onder arbeid, legden tuinen aan en kweekten groenten en fruit en drank. Zij vergaarden de bedrevenheid van noeste arbeid en vakmanschap. Zij proefden de buitenlucht al ware het de koffiebonen van de workaholic. En zij genoten. Niemand eigende zich dingen toe, geld werd niet geslagen en bezit niet opgetekend. Macht werd niet vergaard met kracht, maar met respect en aanzien. Het gesproken of geschreven woord was geen meester meer, het verstand en het goede der natuur zat op de troon en velde haar oordelen. Men luisterde naar het hart van zijn verstand en verdwaalden niet meer in propaganda, hebzucht of ijdelheid. Het werd een gemeenschap waar men deelden en waar men wilden sterven wanneer zij oud genoeg geworden waren. Ze verkenden de terreinen, de hemel, de ziel. Zij zochten antwoorden die nog nimmer gevonden waren. Werden meesters in de retorica en sterrenkunde. Zij verdronken in de mystieken van de geest en het hemelse der wiskunde. Schreven met hartstocht over nieuwe wetten, en schreven geweldige toneelspelen met de nijverheid van verslaafde dichters. Zij mediteerden, verzamelden boeken en kennis alsof zij opnieuw geboren waren. Alsof het was, een tweede kans
Als wij praktische bezwaren toch eens konden neerleggen..
F.