Droom
Een witte schim, zo welvertrouwd
staand op zilverwitte voeten
nadert uit het schemerwoud
Durf jij mij te ontmoeten?
Jouw manen in het maanlicht,
glinsterend als water
Ik verluister zacht als ik mijn hoofd opricht
Jij staart me aan, niet veel later
Even was het dood stil
Gevolgd door een verblindend licht
Alsof ik eigenlijk niet kijken wil
zucht ik zacht als ik mijn hoofd opricht...