In gedachten verzonken,
loop ik langs de zee.
de stemmen die in mijn hoofd klonken,
lopen met me mee.
Ik hoor het geruis,
eindelijk ben ik weer thuis,
hier op deze plek, waar ik mezelf kan zijn.
Waar ik niet hoef te denken aan mijn pijn.
Ik weet niet hoelang ik zo al loop,
het enige waar ik nog op hoop,
is dat het eindelijk stil gaat zijn,
in mijn hoofd.
Een plek kan geven aan mijn pijn,
want dat heb ik beloofd.
En dan ineens,
draai ik me om en loop terug naar huis,
zomaar ineens,
voel ik me hier niet meer thuis.
Ik heb behoofte je stem te horen,
Want ik ben je niet verloren,
Je hoeft niet bang te zijn me kwijt te raken,
want ik ga niet weg.
Je hoeft je geen zorgen te maken,
geloof me, dat is wat ik je zeg.
Aan Donna, die ik twee weken niet kan zien, Ik mis je nu al. Ik zal aan je blijven denken, en we doen allenbei geen gekke dingen meer.
Ik ben er altijd voor je, lieve meid.