je geeft me niets anders dan blind verlangen
en de vrees dat alles slechts herleid wordt tot een schim van wat kon zijn
geen waarde voor de pijn die ik je bracht
geen vreugde voor de hoop die mij werd ontnomen
je lach blonk als duizend zonnen
maar hun stralen reiken niet langer naar het onzichtbare
schaduwen voelen koud aan
en ik geloof waarlijk
jij bent niet meer
geen woede
geen waanzin
leegte eindeloze leegte
waar ben je
mijn lief
verdwenen
tot een droom zelfs geen nacht meer kende.