twee,
je naam kan me gestolen worden,
zolang je maar op mijn gezicht gaat,
en me de ogen de kop in draait,
mag je naam me worst wezen,
jouw bestemming kan mij niet deren,
draag mijn hand tot je daar bent,
knijp mijn vingers tot ze slapen,
en ik laat je waar je zijn moet,
wat je wil dat mag mijn zaak niet zijn,
als ik je zaak maar zijn mag,
even interessant kan wezen,
om dan weer wees te worden van je aandacht,
jouw liefde kan ik niet dragen,
je arm op mijn schouder wel,
totdat die gaat zweten,
van liefde voor een eind,