Voorzichtig kijk ik,
kijkend naar voren.
Kijkend in de menigte,
Om alles over mij te horen.
‘Oh wat een schatje’,
‘Oh wat een moppie’.
Bah al dat geslijm,
Tuurlijk ben ook een poppie.
Na een zware dag,
Moe draai ik me om.
Met een kleine lach,
Val ik in een rustgevende slaap.
Ik als een kleintje,
ben een nieuw begin.
Voor een mooi bestaan,
Ik als kleinte heb er zin in.