Op witte vleugels vlieg jij daar.
Terwijl ik de hemelen afstaar.
Zoveel nog jou te vertellen.
Tranen die in mijn ogen opwellen.
Zo plots als je kwam, ging je weer heen.
En liet me vol verbijstering alleen.
Maar herinneringen blijven, en houden stand.
Je lach, je traan een warme hand.
Je steun in moeilijke tijden, meer dan waard.
Maar tijd is niet dat mensen spaart.
Alles verdwijnt weer als stof in de wind.
Maar mijn hart is een plaatsje waar ik je weer vind.
Het noodlot gaf je tijd aan, om te gaan.
Zo plots ben je dan ook weg gegaan.
Maar weet dat in elk stukje elk deel, hier op aard.
Een stukje van jou is bewaard.
Diane