Ik werd
ineengeslagen.
Door onzekerheid.
Onzekerheid van liefde.
Ik werd
verbrokkeld.
En deze maal
werd ik niet gelijmd
door vertedering of
zachte, strelende handen.
Wat mis ik toch
die tederheid.
Ik wil je zeggen
'Ik zie je graag.'
En je moet weten,
die onzekerheid, zit gewoon in mij.
En die is weg te slaan
door een zoen.
Een zoen die voor me
zekerheid brengt.