Ik ben het steeds maar arren toch zo moe
Doorheen die verscheidenheid van armoe
Als ik daar ergens het geld zie blinken
Waar de keukentafel staat te hinken
Doch daar waar de gevulde tafel staat
Bij de gewone vakmens van de straat
Rijst bij mij dan een heel andere vraag
Wat dan na eens met die gevulde maag
Armoe is niet altijd een geld gebrek
Doch een innerlijk geest en lijf gesprek
Van wat kan ik thans doen met wat ik heb
Maar meestal verward men zich in dit web
Nooddruft dat is een woord als ontbering
Het is een discriminerend onding
Tussen ik heb teveel jij te weinig
Wel zo maakt de mens zichzelf chagrijnig
De derde wereld in honger en nood
Naakt en ziekelijk gaan ze er aan dood
Wel wij komen ook eens aan die eind meet
En dan is alles weg voor je het weet