Mijn eerste masker zie je niet,
mijn tweede heeft geen bestaan.
Mijn derde masker is een gruwelijk lied,
mijn vierde kan ernaast gaan staan.
Mijn vijfde masker is er één van haat,
mijn zesde van geweld.
Mijn zevende masker doet iedereen kwaad,
en ook voor mijn achtste is dat het enige dat telt.
Mijn negende masker is het duister van de dag,
maar mijn tiende, die je enkel ziet, dat is mijn lach.