De Warme Bakker
(een hollekiedee versje)
Japik Janmaat uit de Panstraat nummer zeven
besloot het water bloem en gist er aan te geven,
want elke morgen rondom vier de spond’ uit rollen
-ter bereiding van de bruin-en witte bollen-
dat zag de bakker op de duur niet meer zo zitten,
hij wilde voortaan ietsje langer blijven pitten.
Zijn vrouw Keetje kon met dit besluit goed leven
want vier uur later uit je bed scheelt toch wel even.
En bovendien verlangden klanten steeds meer grollen,
Dwars-ongebuild of Bio-grof of Boekweit-stollen.
Die lagen in haar winkel nimmer voor het pakken
want Japik wist niet hoe die flauwekul te bakken.
Het begin van hun pensioen was als de hemel.
Bevrijd van meelzak deegtrog en het klantgezemel
genoten zij de zegening van lange nachten,
want drie voor vier maakt veel verschil met tien voor achten.
Maar na verloop van tijd toen werd de warme bakker
weer voor het kraaien van de haan om vier uur wakker.
En elke morgen met de kleine wekkerwijzer op de vier
dan zet Japik beide ogen met een gniffel op een kier
en hij mompelt: “Lieve Kee, toe meid rol eventjes naar hier,
dan zal ik je billen kneden en dat doe ik met plezier.
© Koos 11-8-2005