In de stilte van de nacht
onder een eindeloze hemel,
zit ik stilletjes te dromen
over het meisje dat op me wacht.
In gedachten is ze bij me maar
werkelijk waanzinnig ver weg.
Vertwijfeld vraag ik me af of
je wel degelijk op me wacht.
Je liefde leek zo duidelijk,
ook al zei je het tussen woorden door.
In gedachten waren we samen
nu alleen(veraf).