Op valentijnsdag kreeg ik van jou een kopstoot.
Moest naar de huisarts in mijn schoenen met lood.
Eerst vetelde ik een leugen aan hem.
Maar hij merkte het,
ik zat klem.
De dagen,weken,maanden vlogen om.
Oh,wat was ik verschrikkelijk dom.
Ik dacht je veranderd wel.
Maar nee, je ging geestelijk door.
Tot het moment bij de psych,
daar ging in mijn hoofd de bel.
Ik kon niet meer,
Je vernederde mij met de gemene woorden die je zei.
Ik heb voor mijn kinderen en mezelf gekozen.
Alles van jou opgeborgen op zolder in dozen.
ik ga nu leven op mijn manier.
Ik weet op een dag komt de man van mijn dromen.
De man die de kinderen en mij respecteerd en liefde zal geven.