Als ik sterf in hoop de hemel te zien
plant dan rozen boven mijn hoofd
laat het mos vochtig zijn en de dauw
in prille aanslag, de struiken benevelen…
Wiedt het onkruid die mijn plek onteert
daar heb ik te lang mee geleefd,
schoffel de gang en plaveit het
opdat de laatste weg rein in gangbaarheid is…
Vlij neder op mijn steen, praat nog even
over onbesproken dingen die je tergen
wellicht zal ik niet in gestalte antwoorden
maar zal door weerklank je hart formeren…
Slik je tranen, ontsier je gezicht niet
laat het mooie aan mijn voet verschijnen
je glimlach zal blinken in mijn vergulde naam
gereflecteerd aan onze diepste herinneringen…