Appelblozende wangen
strelen de lucht.
Een klaprozende bloem
ontsnapt
uit haar
wijd- opengesperde
mond.
Haar bergkin verdwijnt
tussen het dal
van
neerhangende schouders.
Ogen gebroken als glas
staren blind de wereld in.
Veren handen
reiken naar
onmeetbare zwartheid.