Toen ik het dagboek van mijn moeder vond
En zij hier op aarde niet meer bestond
Voelde ik mij als een geslagen hond
elk woord leek mij een etterende wond
Een diepe snee die men nooit meer dicht naait
Want bij elke bladzijde die men draait
Komt steeds weemoed en schuld overgewaaid
die men uit medelijden weer weg aait
Schuldig of niet wie zegt het, wie weet het
Toekomst en verleden worden gestut
Met tal van geheimen uit een put
Die ons verder leven dooreen schudt
Zachtjes draai ik zo verder blad per blad
Alsof het dagboek vol gedichten zat
Met verzen volgeschreven in het klad
Voor mij, ik, die dacht dat ze mij vergat