Het bloed,
in de krassen van mijn nagels op mijn armen
aan mijn lijf met geen gevoel in koude leegte
gehuld in tien truien waar botten door kijken
als holle ogen bloeddoorlopen proberen
de werkelijkheid te zien duwt ze hen terug
in hun slaap van de winter mag eeuwig blijven duren
tot ze sterft van angst voor dingen die er niet zijn
en ook nooit zullen komen maar wel leven
in haar hoofd gevuld met gaten
boven haar lege lichaam met enkel huid rond been
geen zachte warmte die lacht zonder vallen
met scheuren in de knieƫn zoals het ijs
snijdt gleuven hakt kappen,
voelt koud.
(13 december 2004)