Eens… toen, wij ‘t leven aanvingen,
vanaf ’t allereerste moment,
wij nog niets wisten van alle dingen,
van wie je toen was, en nu bent.
Eens… toen, wij ‘t leven aanvingen,
nog zo klein en hulpeloos,
wij nog niet konden praten en zingen
en je zelf niet voor ’t leven koos.
Eens… toen, wij ‘t leven aanvingen,
nog alles konden verwachten,
opgroeide in onze kringen,
met de toekomst in gedachten,
Voor dat wij, zelf konden gaan,
de top der wijsheid hebben behaald.
Voor dat wij wisten van ons bestaan…
Was dit alles al bepaald!