Bij het verdwijnen van de kerstversiering
Voel ik een leegte, maar die is aangenaam
Het lijkt wel op een jaarlijkse aardbeving
Waar ik elk jaar, keer op keer kom voor te staan
Sommigen kwamen weer eens tot bekering
Anderen hadden niet eens een versierd raam
Of kwamen heel eenzaam om door ontbering
En wie herinnert ons nog, aan hun bestaan
Doch ik bekijk het, zijnde als sterveling
Met kinderen die mij volgen heel bekwaam
Aan die zijde der laatste openbaring
Alsof ik al van hen zou zijn heengegaan
Het is één dag van duurbare herdenking
Waar mensen elkaar eren al bij godsnaam
Maar het is net zoals bij de regering
Eens verkozen begint het pas mis te gaan