dan maar niet spreken
maar denken in liederen
of de natte inkt van tranen
laten uitdrogen in de vulpen,
wat ooit te diep ging
slaat je met verstomming
en valt toch niet te verwoorden,
laat staan omschrijven,
want altijd blijf je schuldig
bij 't verliezen of afgeven,
al was het maar door aanwezigheid
of in gedachten
te doen alsof alles is
zoals 't ooit was,
de kalender dromend achterwaarts
naar de kinderjaren verzetten,
en telkenjare smachten
naar warme zonnestralen
op glinsterende kristallen ijsplekken
na vrieskoude nachten,
het donsdeken bed koesteren
als een vurige wens
waarin je ook 's winters
oververhit geraakt.