Ik sla mijn raam open en het wordt wat kouder
Zij draait een blad om en is een jaartje ouder
Doch laat zij alles glijden over haar schouder
Want Ronald is hare eeuwige jeugdhouder
Wie zou dat meisje zijn dat wij allen kennen
Wie moeten wij nu vandaag eens goed verwennen
Wel dat is Nancy waar wij nu naar toe rennen
Waarvoor ik dit gedicht ben aan het neerpennen
Al door stad, door bos of over berg en kouter
Loopt zij nooit bang, steeds lief en toch almaar stouter
Ze kent iedereen maar houd alleen en louter
Van haar ventje haar lieve boezemkabouter
Wie nu zo iemand eens graag zou willen kennen
Moet zich vandaag dan maar eens tot Nancy wennen
Al in sint niklaas, niet al in de Ardennen
Tussen de leeuwen en niet tussen de hennen