Ik waag mijn vingers
te grabbelen
en bid – met duizend toverstokjes –
tot ik er hoofdpijn van krijg.Vervolgens hap ik in een boomgaard, droom
zo hard ik kan want je weet maar nooit
je zal maar verdwalen met je mond vol.
Ik tel tot vier
en prijs me gelukkig
de wereld is niet ontploft
mijn zelf, onaangedaan
dus genoegzaam
lik ik mijn lippen af.
mamsiemomo: | Maandag, februari 13, 2006 08:54 |
heerlijk gedicht! | |
L!@: | Maandag, februari 13, 2006 08:44 |
kei mooi dicht... | |
Jeffry: | Maandag, februari 13, 2006 01:10 |
beauty... | |
Raira (Ria): | Maandag, februari 13, 2006 00:29 |
is me dat een smakelijk toekomstbeeld.. is er nog iets overgebleven? (heerlijk) gedicht van gesmuld liefs Ria |
|
Auteur: Edwin van Rossen | ||
Gecontroleerd door: Sheena | ||
Gepubliceerd op: 13 februari 2006 | ||
Thema's: |