Wie niet het hoofd verliest als allen om hem heen
dat wel doen, en het hem verwijten bovendien;
Wie opzichzelf vertrouwt als allen aan hem twijfelen
en hun dat niet verwijt, maar steeds het licht blijft zien;
wie wachten kan en in dat wachten kan volharden
belaserd wordt maar zichzelf van laster zich onthoudt
gehaat wordt en zelf niet gaat haten
maar wel bescheiden blijft, in het spreken niet boud
Wie dromen kan, maar zichzelf daar niet aan overgeeft
wie denken kan, maar ook te handelen verstaat
Triomf en rampspoed zorder vrezen tegemoet gaat
En zich door geen bijde imporneren laat
de waarheid zegt, maar ook de waarheid kan horen
zelfs als die verdraait word door kwade trouw
zijn levenswerk vernietigd ziet, maar ongebroken
de troffel opneemt en het toegewijd herbouwt
wie al zijn winst in één keer in durft te zetten
en in de waagschaal stelt wanneer zijn lot hem wenkt,
en als hij dan verliest, niet bij de pakken neerzit,
maar aan zijn tegen slag geen wind verdere aandacht schenkt
wie hart em lijf en ziel kan dwingen te volharden
al is er verder niemand meer gebleven die dat doet,
woe volhoudt, ookal is hij moe van binnen
en heeft enkel nog zijn wil, die zeg hou moet!
wie met massa omgaat en zijn deugt weet te bewaren
zich niet verheven acht wanneer hij met een vorst verkeert
wie sterk is zich door vriend of vijand niet laat bezeren
en alle mensen telt maar toch één niet zo zeer
wie niet ontmoedigt door genadeloze uurwerk
in een minuut zestig seconden rennen kan
aan hem behoort de wereld toe met alles wat daarin is
naar bovenal mensen, zoiets is een echt mens