Doodwerker
De wereld kon wel eens vergaan
Verbaasd, wat was hem aangedaan
Vele uren van noeste arbeid
Verwachtend daarvoor enig dankbaarheid
Bouwend, aan de wereld van de mens
Universele tempel was zijn wens
Hard werkend, hij was een doorvechter
Maar zijn eigen wereld werd steeds onechter
Voor de mensheid of zichzelf
Bedolven onder zijn eigen gewelf
Vergat hij daardoor de mensen om hem heen
Levend steeds meer in zijn wereld, alleen
Muren zo hoog als kastelen
Liet hij zich de liefde verspelen
De mensen om hem heen niet geaccepteerd
Niet aanschouwend, niets geleerd
Gravend met zijn ogen gesloten
Had hij verwerkelijk van dit leven genoten?
Langzaam zijn aardse leven kwijt
Voelde hij de hemelse spijt
Had hij het toch maar anders gedaan
En meer in dit leven voor zijn dierbaren open gestaan