Rover
Hij overvalt iedereen,
dag en nacht,
jong en oud.
Spaart zelfs de baby’s niet.
Hij komt in alle werelddelen,
bij alle mensen, zonder uitzondering.
Terwijl je Tv kijkt,
schakelt hij hem uit.
Wanneer je een boek leest,
steelt hij de letters.
Hij gaat zo drastisch te werk,
dat hij het boek,
uit uw handen graait.
Als je ligt te zonnen,
steelt hij haar licht,
maar de stralen, daar blijft hij af,
zo bezorgt hij jou veel pijn .
Hij is onbeschoft,
tijdens een gezellig samenzijn
mengt hij zich onder de aanwezigen.
Er is dan altijd iemand,
die het feest niet meer
kan meemaken,
omdat hij het niet meer ziet zitten.
Hij is genadeloos,
terwijl je met de auto rijdt,
neemt hij het stuur over
de gevolgen zijn niet te overzien.
Die ene keer was ik…hem te slim af,
ik nam een pilletje,
Zo bleef ik wakker,
tot slaap besefte, dat hij niets kon doen,
ik had echt met hem te doen.