Gagadicht
Ik ben een beetje gaga.
En ook een beetje toeter.
Wil ik eens wat weggaan
zit ik wéér op die computer.
Ik erger me dan zot,
nog meer, nóg meer te pletter!
Wetend wat er dan weer komt,
ja, daar komt die eerste letter.
Ratel, typend, sneller snel
m’n vingers niet meer houdend.
Nooit meer pauze, steeds meer fel
heftiger kauwgom knauwend.
Eindelijk af, fini, klaar
Bekijk ik ‘t en aanschouw:
Een baksel van eigen hand,
niet wetend of ik me ervoor schamen zou.
Want was dit
voor jou een slag in ’t gezicht?
Dat kan, want ’t was een (dom)
gagadicht.