Verliefdheid is een grens, zei je me
en je keek naar me met een voldane blik,
die ik met plezier ontving.
Maar het opent ook wegen, dacht ik bijmezelf:
enkel ik zie je door je zongekleurde haren strijken,
enkel ik zie je geamuseerd naar me lachen,
enkel ik denk soms in een vlaag dat de liefde misschien wederzijds is...
Maar toen dacht ik aan het weekend,
waarin ik teneergeslagen was geweest
om wat je had gezegd,of juist niet.
Waarin ik wakker had gelegen, en je had vervloekt
om je onbereikbaarheid, je gebrek aan interesse.
Waarin ik had gezworen je voor altijd te verbannen uit m'n geest.
En nu pas bemerk ik hoe ik weer met een verliefde blik naar je kijk,
en instemmend knik.