Dromen over gisteren,
En vandaag vergeten.
Morgen bestaat niet!
Zomer en winter,
En de fasen ertussen.
Met sneeuw en zon.
Langzaam veranderen.
Toch opgemerkt door,
Het lengen van schaduwen.
Het doet me denken
Aan een ontmoeting
Is de tussenfase.
Te koud voor liefde,
Te warm om onverschillig,
De rug toe te keren.
Een tussenfase gaat over.
Zomer treed in, wanneer
Waarheden gaan spelen.
Terug uit mijn droom,
En alles is weer bij het
Oude vertrouwde leven.