Smaak
Mooi of lelijk
Door de gekleurde bril
de één of de ander dat maakt verschil
Proevend weten wat
lekker is of vies
Gelikt, met het puntje van je tong
het rood van de zuurstok
Zoet, zout of bitter
Door de zure appel heen
Smaakt het zoals het kraakt
Spetterend en zoetsappig
Smaak verwekkend,
Het speeksel druipend langs de mondhoeken
Smakeloos stort ik me hongerig en gulzig
op de uitnodigende lekkernijen