Zij kende de diepgang van haar eigen niet meer.
Het ging berg af, altijd maar dieper….
De standvastigheid onder haar voeten,
had plaats gemaakt voor een diepe kuil,
waar ze niet meer uit kon.
De zoete voorsmaak van het begin,
was weg en de bittere nasmaak
bleef bijten op haar tong.
De woorden van vroeger,
waren nog alleen, stille klanken.
Haar lichaam en haar ziel waren nog één,
maar haar hart klopte wanhopig en onophoudelijk,
van vrees en pijn.
Laat het ophouden,
zodat ze weer vrolijk kan zijn!