Zijn taal kwam als een vraatzuchtige stroom
Die buiten zijn oevers bemoeizuchtig treedt
Hij mijn buurman met zorgsyndroom
Alsof hij aan de reddersziekte leed
Te pas, maar helaas, meestal ten onpas
Blijft hij dan met zuchtige benen staan
Als exhibitionist met overjas
Die zijn naaktheid aankleed uit mijn bestaan
Iemand die zich al vragend binnendringt
Om zich dan met alles te bemoeien
En als betweter de hoogste toon zingt
Indien hij er elders mee kan stoeien
Het besproken wederkerend werkwoord
Op twee poten is dagelijks bezoek
Want zelfs als ik hem zeg dat het mij stoort
Lijkt mijn neusje, voor hem, wel een stuk koek