De gepoogde glimlach in je ogen
brak stilletjes mijn hart
terwijl je zacht en altijd
het jouw bekende wijsje zong
Je deed je best te lachen
maar fluisterde zacht
dat je het niet meer wist
hoe moest je verder?
Ik keek je aan, pakte stil je hand
zoende je lippen, zachtjes
Zocht naar onvindbare woorden
om de gemaakte puinhopen te bergen.
en vluchtte weg in een lange omhelzing.